Naast het aanplanten van bomen en struiken voor de oogst zetten we ook nog steeds veel wilgen in de grond, dit zijn hoofdzakelijk Schietwilgen. Een stevige wilgentak wordt gemakkelijk in de vochtige grond gestoken waarna deze (meestal) snel uitgroeit tot een volwassen boom met grote ecologische waarde.
In de eerste plaats helpt een wilg in de Parkse Gaard een te natte bodem droger te worden doordat deze boomsoort veel water opneemt. De wortels maken de bodem ook losser, wat weer goed is voor het bodemleven en door hun snelle groei leveren wilgen snoeihout op, wat gunstig is om de bodem te verbeteren.
Dan is er nog niets gezegd over de talloze soorten diertjes die op een wilg leven. Het is onder andere aantrekkelijk voor insecten door de grote hoeveelheid stuifmeel en nectar dat het produceert. Met 17 soorten wilde bijen die het aantrekt, scoort de Boswilg hierin het hoogst. Al met al is het de Nederlandse boom met de meeste biodiversiteit. Zeker een knotwilg is een natuurgebiedje op zichzelf. Het is dus win-win-win met die wilgen.